DE UITKEREN [22]
Blij met een dooie mus
Mevrouw A. moet na twintig jaar weg bij de bank waar zij werkt. Reorganisatie. Terend op haar spaargeld en ‘transitievergoeding’ neemt ze een halfjaartje rust om bij te komen van de klap. Even niet aan werken denken… In januari vindt ze een leuke baan bij de klantenservice van Telecombedrijf Z. Vast contract. Na vijf plezierige maanden gaat het mis. Bij de zoveelste boze klant wordt het A. die dag te machtig. In minder fraaie bewoordingen maakt ze de beller duidelijk dat zij er ook niets aan kan doen dat een graafmachine de glasvezelkabel kapot heeft getrokken. Uitgerekend nu luistert Z. mee… Een uurtje later kan A. haar headset en pasje inleveren. “Geachte Mevrouw A., U heeft een WW-uitkering aangevraagd omdat u met ingang van 1 juni 2021 op staande voet bent ontslagen. U heeft vanaf 1 juni 2021 wel recht op een WW-uitkering, maar wij betalen de uitkering niet. U bent, zoals dat heet, verwijtbaar werkloos.” De beslissing van UWV komt aan als een mokerslag. Mevrouw A. was juist altijd zo geduldig aan de telefoon, daar kreeg ze bij de bank zelfs complimenten voor. En dan bij één uitglijder staat ze meteen op straat? Ze belt UWV om te vragen waarom ze geen uitkering krijgt. De uitkeringsdeskundige hoort haar verhaal aan en belt daarna ook even met het telecombedrijf. Het ontslag op staande voet wordt omgezet naar ‘wederzijds goedvinden wegens verschil van inzicht.’ Gefeliciteerd mevrouw A: u krijgt per 1 juni tóch een WW-uitkering! Quizvraag: wat er klopt er niet aan dit verhaal? Het antwoord is pijnlijk. Mevrouw A. heeft per 1 juni helemaal geen recht op een WW-uitkering. Zij had immers zes maanden niet gewerkt voordat ze bij Z. begon. En ja, op de WW-aanvraag stond helemaal onderaan: ‘uitworpreden: wekeneis’. Oeps, niet naar gekeken. Vaker dan mij lief is kom ik dit soort nare situaties tegen bij controles. ‘Op staande voet ontslagen’ lijkt een Pavlovreactie op te wekken: afwijzen op verwijtbaar werkloos. Mijn verklaring? We leren onze medewerkers de logica van de wet niet meer. Ooit werd je als nieuweling eerst eindeloos doorgezaagd over alle voorwaarden om überhaupt recht te hebben op WW. Pas als je die kon dromen, kwamen zaken als ‘maatregelen’ aan de orde. Maar tegenwoordig lijken we alles in willekeurige volgorde te leren en te beoordelen. We moeten daarom terug naar de bron van ons werk: de Wet. Op dooie mussen zitten onze klanten immers niet te wachten.
Jan-Willem Koene is Kwaliteitsadviseur BC&K in Rijnmond en lid van De Uitkeren [22]